Keer het debat om. Spreek niet over staatshervorming, maar ontwikkel eerst een visie over de hervorming van ons gezondheidsbeleid. Welk beleid willen we voeren? En bekijk vervolgens hoe je dat het meest efficiënt doet. Dat is het pleidooi van Frank Vandenbroucke in De Standaard van 3 juni. En hij heeft gelijk. Structuren moeten te dienste staan van bevolking en beleid, niet omgekeerd.
Herfederaliseren is ongezond
Waar moeten we naartoe? Preventie, gezondheidspromotie en de vroege opsporing van ziekten moeten in ons gezondheidsbeleid centraler komen te staan. Daarom is een versterking van de eerstelijnszorg, onder meer via huisartsen en apothekers, noodzakelijk. Om extra te kunnen investeren in onze gezondheidszorg, moeten we vooral structuren hervormen (ziekenfondsen, lege ziekenhuisbedden), nutteloze uitgaven schrappen (overbodige onderzoeken, onnodig gebruik van spoedafdeling) en kiezen voor een doorgedreven digitalisering (elektronisch medisch dossier). We vinden het ook onbetamelijk dat patiënten niet weten waar ze terecht kunnen, dus kiezen we voor diensten die samenwerken en dicht bij elkaar staan.
Zowat alle politici zullen zich in deze logische opsomming kunnen vinden. Althans in Vlaanderen. In Wallonië stapt men sneller naar de spoeddienst en specialisten, terwijl in Vlaanderen de huisarts het eerste aanspreekpunt is. Het aantal daghospitalisaties ligt in Wallonië hoger, en patiënten blijven er ook langer in het ziekenhuis. In Vlaanderen heeft ongeveer 70% een Globaal Medisch Dossier, in Wallonië is dat maar iets meer dan de helft. In Wallonië is 29% van de vrouwen ingeënt tegen baarmoederhalskanker (Vlaanderen 90%), is 22% roker (vs. 17%), staat 24% van de ziekenhuizen in het rood (vs. 8%), en liggen de ereloonsupplementen een pak hoger op 182% (vs. 117%), …
De verschillen zijn te wijten aan heel wat factoren, maar onoverkomelijk spelen de feitelijke context en een cultuurverschil een grote rol. Franstaligen en Vlamingen worden met een andere realiteit geconfronteerd en willen gewoon andere keuzes maken. En daar is niets mis mee. Maar waarom weigeren om die evidente diagnose te stellen? Waarom mordicus pleiten om te herfederaliseren? Verschillende ziektes pak je aan met een verschillend medicijn. Enkel in België denkt men dat één recept elke kwaal kan genezen… Vlaanderen en Wallonië worden dus best bevoegd voor het ganse welzijns- en gezondheidsbeleid. Voor een beleid op maat van de eigen noden, van kribbe tot kruis. Met natuurlijk een logische samenwerking en eenheid van commando in pandemische crisissituaties.
En Brussel?
In dit land worden bevoegdheden ingedeeld als persoons- of grondgebonden. De eerste — zoals onderwijs, cultuur, … — komen bij de Vlaamse, Frans- en Duitstalige gemeenschap terecht, voor de grondgebonden thema’s — mobiliteit, economie, … —komt ook Brussel in beeld. Professor Vandenbroucke argumenteert dat gezondheidszorg niet in dit rigide denkpatroon kan worden gewurmd. Het is gelinkt aan het individu, maar kan niet onthecht worden van het grondgebied waar de betrokkene woont. Ook daar heeft hij een punt.
Dat brengt ons bij Brussel… Zorgnet-Icuro pleit voor de regionalisering van de gezondheidszorg. En ook Vandenbroucke stelt dat, volgens de territoriale logica, Brussel bevoegd moet worden, maar ‘de schaal van Brussel is te klein om een volledig zelfstandig gezondheids- en zorgsysteem uit te bouwen’. Dergelijk beleid op Brussels niveau organiseren, is inefficiënt en eigenlijk gewoon onhaalbaar. Als gewest is Brussel er gewoon niet toe in staat, want te klein. Als stad is het een opeenstapeling van teveel onverzekerbare risico’s, en dus onbetaalbaar.
Dan resten er nog twee opties. Ofwel herfederaliseren we het welzijns- en gezondheidsbeleid, waarbij Brussel een rem vormt die ons allen geld kost. Want omdat een aangepast gezondheidsbeleid op maat niet haalbaar is voor 1,2 miljoen Brusselaars, zouden ook de 6,5 miljoen Vlamingen en de 3,6 miljoen Walen naar een beleid aangepast aan hun noden kunnen fluiten. Placebofederalisme waarbij we ons wijsmaken dat we er beter van worden.
De tweede optie? We volgen de territoriale logica van Frank Vandenbroucke en maken van Brussel gedeeld territorium, zoals het overigens een echte hoofdstad betaamt. De plaats waar beide grote gemeenschappen zich op één grondgebied ontmoeten. Plaatsen we Brussel daarmee onder curatele? Neen, want voor de grondgebonden thema’s wordt Brussel in ons confederalisme volledig en zelfstandig bevoegd en dus gigantisch versterkt. Deze confederale, hoofdstedelijke redenering geldt enkel voor de persoonsgebonden bevoegdheden.
Ook hier stelt de dokter best de volledige diagnose. Is dit confederale medicijn perfect? Neen. Kan het werken? Absoluut. Hoe we dat zo zeker weten? Omdat het verder bouwt op een logica die vandaag al bestaat en werkt. Niets nieuws dus, wel een model dat logischer en consequenter wordt doorgedacht.
Wil Wallonië genezen?
Waarom weigeren Franstalige politici deze werkelijkheid onder ogen te zien? Dat verschillende realiteiten, best verschillend worden bestuurd. Waarom willen zij de sociale zekerheid en gezondheidszorg absoluut federaal houden? Omwille van het infuus. Op die manier houden ze een grote impliciete transfer tussen Vlamingen en Franstaligen in stand. Wie de sociale zekerheid splitst, dreigt Wallonië droog te leggen.
De transfers zijn geen reden om een gesloten blik te houden op een noodzakelijke decentralisering. Vlamingen zijn bereid tot een genereuze solidariteit, dat bewijzen ze nu al decennia lang, dag na dag. Maar die transfers mogen geen rem zijn op onze eigen genezing. Om het met Frank Vandenbroucke te zeggen: het kan anders, keer het debat om. Solidariteit kan op verschillende manieren worden georganiseerd, niet enkel interpersoonlijk, maar ook interregionaal zoals in andere landen. Zodat het systeem het doel dient, en niet omgekeerd. Want waarom zou België gebaat zijn bij een verzwakt Vlaanderen?