“Cryptofascist!”, kreeg ik recent naar het hoofd geslingerd, door een Open VLD-minister dan nog. De wet van Godwin, weet u wel. Die komt boven op een resem hyperbolen: “griezelig”, dat zijn de N-VA-voorstellen volgens een grondwetsspecialist. Ze kreeg er zelfs “rillingen van op haar rug”. Ze doen Luc Huyse “huiveren” (DS 22 maart). Woorden die het debat versterken of beklemmen?

Een debat over de werking van de democratie en de rechtsstaat is nochtans broodnodig. Moet de positie van het parlement tegenover de rechters niet worden versterkt, bijvoorbeeld met een volksberoep? Wij gingen de mosterd halen in de rechtssystemen van Canada, Nederland en de Baltische staten. En onze voorstellen om het kiessysteem te herijken zijn gebaseerd op wat bestaat in Italië, Japan en Litouwen. Doen die democratieën Huyse dan ook ‘huiveren’?

De democratie is niet gebaat bij morele hyperventilatie die het debat vernauwt. Ze wordt net versterkt als de oogkleppen afgaan en we kijken naar wat in andere landen werkt, als we kritisch nadenken en onderbouwde meningen uitwisselen. Dat daarbij ook de spelregels van de rechtsstaat en van de democratie moeten worden uitgedaagd, is toch zonneklaar? Die spelregels zijn namelijk niet ‘neutraal’, ze beïnvloeden de politieke cultuur.

Op die cultuur is wel wat aan te merken. Ze laat politici toe om hun verantwoordelijkheid af te schuiven op rechters die vervolgens gedwongen worden buiten hun mandaat te treden. Ze biedt partijen de mogelijkheid om een regering te vormen waarin alleen electorale verliezers samenklitten, met een premier uit de kleinste coalitiepartij. En ze versterkt de particratie, als enige olie om het haperende democratische raderwerk niet helemaal te laten ontsporen. Al toont het manco aan grote federale akkoorden en hervormingen dat de tijd voorbij is waarin de particratie dit land nog kon redden.

Scherpe analyse

België is op, de democratie sputtert, de budgettaire situatie is onhoudbaar. De federale regering kan daarop geen antwoord bieden, want ze mist slagkracht én legitimiteit. Huyse vindt dat de N-VA dat niet benoemt, terwijl we die analyse expliciet centraal plaatsen. Behalve de scherpe analyse komen we bovendien met oplossingen. Oplossingen die wringen met wat traditioneel gangbaar is, dat is juist. Gelukkig maar, want de bestaande wegen leiden tot steeds meer ellende.

Zo moeten we naar een nieuw kiesstelsel, want mensen haken massaal af. “Wat heeft het nog voor zin om te gaan stemmen? Ze doen in Brussel toch hun zin.” Het is een pijnlijke analyse die ik steeds vaker hoor. Net dat maakt een hervorming van het kiessysteem noodzakelijk, zodat elke stem opnieuw telt. Vandaag verkiest men volksvertegenwoordigers in provinciale kieskringen via evenredige vertegenwoordiging. Dat levert een versnipperd politiek landschap op waarbij zeven partijen nodig zijn om een federale regering te vormen. Krachtdadig besturen wordt buitengewoon moeilijk. Burgers voelen zich niet méér, maar net mínder vertegenwoordigd.

Kleine kiesdistricten

Wij kiezen voor een stelsel waarmee we mensen uit alle Vlaamse windstreken naar Brussel sturen. Zoals dat het geval is in vele democratieën met kiesdistricten, soms zelfs behoorlijk kleine, die in een meerderheidsstemming ieder een volksvertegenwoordiger naar het parlement zenden. Burgers kunnen zo hun eigen parlementslid verkiezen. Zo krijg je een sterke binding met de regio én met de kiezer. Een betere kennis van de lokale problemen en wat minder partijdiscipline zijn het gevolg. Mensen van buiten de traditionele bubbels komen in het parlement terecht.

Tegelijk verminderen we het aantal parlementsleden en installeren we naast de kleinere, lokale kieskringen ook één grote Vlaamse kieskring. Zo kunt u ook op belangrijke kandidaten van buiten uw provincie stemmen, want Vlaanderen is één democratische ruimte. We tellen daarbij de voordelen van meerderheids- én evenredige kiesstelsels op en combineren zo nabijheid en brede impact. Er komen grotere partijen, een slagkrachtiger bestuur en het mandaat van de parlementsleden wordt tegelijk versterkt. Huiveringwekkend, volgens Huyse. Waar dat onmachtige land nu op afstevent, het begrotingsputje van het Europese bad, doet dat minder huiveren?