In de eerste ronde van de Turkse verkiezingen werd president Erdogan herkozen. Zijn AK-partij behaalde bovendien de parlementaire meerderheid samen met coalitiepartner MHP. Het ziet ernaar uit dat Erdogan, met deze uitslag in de hand, nu ook uitvoering kan geven aan de grondwetswijzigingen die in 2017 (met een kleine meerderheid) bij referendum werden goedgekeurd. Die wijzigingen zouden hem nog meer macht geven.
Loones: “De Europese Unie moet kleur bekennen. Opvallend is alvast dat de Raad Turkije vorige week benoemde als een partnerland, en daarbij de term kandidaat-lidstaat uitdrukkelijk meed. Ik verwacht van het Europees Parlement een nog duidelijkere stellingname en dus een oproep om de onderhandelingen met Turkije formeel te stoppen. Daarmee zou het parlement eindelijk in lijn optreden met wat we hier eerder al hebben gestemd. En zouden we de 48 procent van de Turkse bevolking die niet voor Erdogan heeft gestemd, het krachtig tegensignaal geven dat ze terecht van de Europese Unie verwachten.”
“Voor de N-VA is het duidelijk: Turkije is een strategische partner, maar geen kandidaat-lid van de EU. En dus moeten we de toetredingsmiddelen voor Turkije schrappen”, besluit Loones.