U heeft nog geen toestemming gegeven om noodzakelijke cookies te plaatsen. Accepteer de nodige cookies om deze content te zien.
Onderwerpen
Vlaams volksvertegenwoordiger
Een historisch betoog van Walter Lelièvre, stadsarchivaris van Nieuwpoort.
De geschiedenis van de klaproos, korenbloem en madeliefje lopen een beetje samen op. Tijdens de Grooten oorlog (na de slag van de Marne — 6-9 sept 1914) werd er al gesproken over “le coquelicot, le bleuet en la paquerette (poppy, daisy and cornflower)” als commemoratieve bloemen. Toen namen de Britten de klaproos als oorlogs- bloempje (voor de Herinnering), de Fransen de korenbloem (Herdenking en solidariteit) en de Belgen namen het madeliefje ( kleur van de Vrede).
De “poppy” werd in 1918 al officieel aangenomen maar in 1920 werd door de Fransen “ le bleuet” (korenbloem) officieel aangenomen. Het madeliefje komt pas in de jaren dertig terug ter sprake als ze in Belgie op aanvraag van de “Intergeallieerde Federatie der Oudstrijders (F.LD.A.C.)” een fonds oprichten nml. “ La Paquerette de l'Ancien Combattant de P’ Yser” onder de hoge bescher- ming van la princesse Jean de Merode, née princesse de Beauffremont Courteny. Dit fonds verkocht bloempjes (madeliefjes) ter ondersteuning van sociale werken voor de oudstrijders.
De verkoop was in handen van plaatselijke comitées. De verkoop gebeurde telkens op een nationaal vastgestelde dag (11 nov. 21 juli, dag van de Yser, enz...) waarvan eventueel door de plaatselijke comitées kon afgeweken worden. In de Legerbode van 1937 vinden we: "Pour commémorer le 11 novembre, chaque pays vend sa fleur nationale au bénéfice des victimes de guerre. En Angleterre c'est le coquelicot, en Belgique la pâquerette, en Italie le lys, en Yougoslavie la pivoine, en Roumanie la violette, au Portugal Poeillet et la France le bleuet.”
Gedurende de Tweede WO werd het werk verder gezet tot in de jaren zestig. Vanaf de jaren vijftig ging het niet meer noodzakelijk om madeliefjes te ver- kopen maar sprak men meer over bloempjes, insigne of deed men gewoon een collecte. (bronnen: bestuursmemoriaal West- Vlaanderen 1939, Provinciaal Archief West- Vlaanderen, A. Collignon, bibliothecaris SOMA-CEGES, de Legerbode 1937).
Spijtig genoeg, volgens mij, was de sterke opkomst van de Rlaproos (door spon- soring van de British Commmenwealth in leper) de reden waarom het made- liefje is verdwenen en iedereen (behalve de Fransen) terug de klaproos heeft aangenomen als WOI bloempje.
Walter Lelièvre
Stadsarchivaris Nieuwpoort