Vlaams volksvertegenwoordiger
Kruimelpad
Hoe lopen de zaken?
De Belgische begrotingscijfers kleuren opnieuw roder. Om een shut down van de federale overheid te vermijden ligt de stemming voor van de “voorlopige twaalfden”. Daarbij kan elke maand slechts geld uit worden gegeven aan de snelheid van een twaalfde van de begroting van vorig jaar. Zo moet een bepaalde budgettaire voorzichtigheid worden ingebouwd en blijft een zekere continuïteit van de dienstverlening mogelijk.
N-VA wil de onderhandelingen voor een volgende federale regering de nodige kansen geven. Daarbij verwachten wij hetzelfde engagement van de andere partijen: het is tijd om aan tafel te praten, niet om langs de achterdeur nieuwe politieke initiatieven te financieren. En dit zeker omdat de regering in lopende zaken maar op een steeds beperktere steun kan rekenen in het parlement. De gevoeligheid is bovendien des te groter omdat het minderheidskabinet Michel II maatregelen neemt en budgettaire eisen stelt die ingaan tegen het beleid van de regering Michel I.
N-VA kan vandaag steun verlenen aan het besturen met voorlopige twaalfden op voorwaarde dat drie amendementen worden gestemd (A). Deze amendementen zorgen er in hoofdzaak voor dat het ontwerp van voorlopige twaalfden gereduceerd wordt tot wat het zou moeten zijn: een politiek neutrale begrotingsoefening die het beheer van de overheid mogelijk houdt.
Vervolgens roept de N-VA op om na de stemming het fundamentele debat over de werking van de voorlopige twaalfden te voeren (B).
Of, na deze noodbegroting, tenslotte ook nog een volwaardige begroting, gesteund door een volwaardige regering kan worden gestemd, is de meest fundamentele vraag. En of die regering verder kan gaan op de door de zweedse regering Michel I ingeslagen weg van hervormingen en besparingen, dan wel teruggrijpt naar het aloude Belgische recept van extra belastingen vat het huidige politieke debat samen. Voor N-VA is alvast duidelijk: enkel de keuze voor confederalisme kan structureel zorgen voor een efficiëntere overheid aan een lagere kostprijs.
A. Geen nieuw beleid voeren in lopende zaken
Om het ontwerp van voorlopige twaalfden te kunnen steunen, vraagt N-VA de onmiddellijke stemming van 3 amendementen:
Er moet een einde worden gemaakt aan het laksere migratiebeleid
We verwachten dat de regering het goede voorbeeld toont en bespaart op haar werking
Er moet efficiënter geïnvesteerd kunnen worden in onze veiligheid
(1) EEN EINDE MAKEN AAN HET LAKSERE MIGRATIEBELEID
Open VLD kamerlid Egbert Lachaert lanceerde recent enkele voorstellen om ministers in lopende zaken aan te sporen tot meer budgettaire verantwoordelijkheid en terughoudendheid. Zijn partij OpenVLD maakte daarop direct duidelijk dat Mr. Lachaert voor eigen rekening sprak en niet namens zijn partij. Nu blijkt waarom: OpenVLD minister Maggie De Block staat op de eerste rij om de begroting verder te laten ontsporen.
Minister Maggie De Block schrapte een reeks migratie-maatregelen van haar voorganger Theo Francken, in het bijzonder de asielquota. Het resultaat is een aanhoudend hoge asielinstroom, uniek in Europa. Dit laksere migratiebeleid zorgt voor een oplopend werkbudget, waardoor het bedrag voor asielopvang zoals voorzien met de voorlopige twaalfden (€ 261,69 miljoen) niet blijkt te volstaan. Het budget ontspoort verder.
In februari werd Minister De Block reeds een uitzonderlijke verhoging van € 62,42 miljoen toegekend. In een tweede fase kwam daar nogmaals € 32,32 miljoen bovenop. Nu volgt een nieuwe vraag voor nog een extra afwijking van € 40,17 miljoen extra. Dit alles zou de bijkomende kosten van de asielcrisis dit jaar reeds op € 134,82 miljoen extra brengen, bovenop het reguliere bedrag in voorlopige twaalfden. Dit is een verhoging met meer dan 50% en dan moet de laatste schijf in het najaar nog komen.
N-VA vraagt de bijsturing van dit laksere migratiebeleid zodat de gevraagde extra middelen kunnen worden geschrapt. De asielinstroom moet onder controle worden gebracht, zodat ook de kosten kunnen worden beheerst. Dat kan door het asielquotum met voorrang voor kwetsbare asielzoekers opnieuw in te voeren. Met dat quotum werd de vorige piek in asielaanvragen zeer effectief bestreden. Vroegen in oktober 2018 nog 2.750 mensen asiel aan, dan daalde dat cijfer door het quotum tot 1.942 in november en 1.253 in december.
Eerder dan steeds maar geld bij te vragen, zou Mevr. De Block op deze manier de kosten kunnen controleren en op korte termijn zelfs streven naar een inkrimping van de totale uitgaven voor de opvang van asielzoekers.
(2) HET GOEDE POLITIEKE VOORBEELD TONEN IN KRAPPE BUDGETTAIRE TIJDEN
Wanneer inspanningen worden gevraagd van de bevolking, is het passend dat de politieke verantwoordelijken het goede voorbeeld tonen. Helaas laat dit ontwerp van voorlopige twaalfden op dit vlak ernstige steken vallen.
De regering is, na het vertrek van de N-VA, kleiner geworden. In haar voorstel kiest de minderheidsregering in lopende zaken er terecht voor om de budgetten voor deze geschrapte kabinetten af te voeren. Helaas combineert zij dit met het onverdedigbare voorstel om tegelijk de weddes en werkingskosten van de zittende ministers en kabinetten in lopende zaken onredelijk te verhogen.
Zo worden extra budgetten voorzien voor het verhogen van de ministerweddes, om te investeren in de beleidscellen van de diverse kabinetten, in kosten voor experten en in werkingskosten. De tabel hierna geeft het overzicht (in duizend euro).
N-VA dient amendementen in om de ongerechtvaardigde verhoging van deze kabinetsvergoedingen te schrappen. Zeker nu de werklast van de kabinetten in lopende zaken beperkter is. Een verhoging van de ministerlonen, zelfs met de index, is vandaag ongepast, en ook de ca. 3 miljoen extra budget voor de resterende kabinetten is niet verantwoord wanneer die stijging duidelijk niet gelinkt kan worden aan het uitoefenen van de bevoegdheden die voorheen op de geschrapte N-VA kabinetten werden beheerd.
Dat ook de monarchie aanspraak wenst te maken op een verhoging van de civiele lijst van de koning en de dotaties voor de andere leden van de koninklijke familie, door middel van een indexatie met een bedrag van € 61.000 is opmerkelijk. Dit komt bovenop de € 266.000 waarmee vorig jaar de civiele lijst en dotaties samen toenamen. Budgettaire bescheidenheid zou eenieder sieren.
(3) EFFICIËNTER KUNNEN INVESTEREN IN ONZE VEILIGHEID
De huidige regelgeving en aanpak heeft als gevolg dat het reactievermogen van de overheid op verschillende domeinen aanzienlijk wordt vertraagd en verzwaard. Zo stoot de politie bijvoorbeeld op hindernissen die een snellere investering in onze veiligheid onmogelijk maken. N-VA kiest voor een betere dienstverlening door meer autonomie en responsabilisering.
Van de politie wordt terecht flexibiliteit en een hoog reactievermogen verwacht maar een kritische drempel is bereikt om dit blijvend te garanderen. De inwisselbaarheid en kredietverschuivingen tussen personeelskredieten enerzijds naar werkings- en investeringskredieten anderzijds is vandaag te rigide opgezet. Investeringen in onze veiligheid kunnen daarom niet altijd even snel worden gegarandeerd.
Een mandaathouder moet controle uitoefenen op de doeltreffendheid, de efficiëntie en de naleving van de regelgeving, maar moet ook over voldoende beslissingsruimte kunnen beschikken om snel in te spelen op een veranderend omgeving en opportuniteiten. Hierbij is het aspect van accountability van groot belang. Geen proactieve betutteling, maar wel post-factum rekenschap geven.
N-VA wil een lans breken voor dergelijke grotere responsabilisering van de mandaathouders en een moderner beheer van de kredieten. Bovendien moeten we af van het hoge percentage aan structurele uitgaven en meer en meer inzetten op investeringen. Een nog sterkere focus richting werkings- en investeringskredieten om op termijn te renderen. Dit alles binnen het huidige kader van en met respect voor de maximale bedragen zoals bepaald door de voorlopige twaalfden.
In een volgende fase, buiten de context van de voorlopige twaalfden zou het debat kunnen worden gevoerd over het nog verder optimaliseren van het beheer van de budgetten van de verschillende overheidsdiensten. Daarbij stelt zich de vraag naar het geven van nog meer verantwoordelijkheid en dit door de invoering van een globale beheersenveloppe (personeel, werking en investering) waarbinnen kredietverschuivingen mogelijk zijn. Het betreft dan verschuivingen tussen de verschillende categorieën richting werkings- en investeringskredieten, en dit binnen eenzelfde begrotingsjaar. Ook dient de vraag gesteld naar verschuivingen van geplande, maar niet gerealiseerde uitgaven van het ene begrotingsjaar naar het andere (vb. vertraging bij een overheidsopdracht). Dergelijk enveloppeprincipe is reeds jaren, en met succes, het geval voor het Defensiebudget en zou dus ook dienstig kunnen zijn in andere overheidsdiensten.
B. Budgerttaire bescheidenheid
Naast de onmiddellijke stemming van de drie vermelde amendementen, roept N-VA op om in een volgende fase het fundamentelere debat te voeren over de werking van de voorlopige twaalfden.
(4) EEN STERKERE INVULLING VAN DE VOORLOPIGE TWAALFDEN
Het systeem van de voorlopige twaalfden is ontworpen als voorzichtigheidsmaatregel: om ontsporingen in lopende zaken te voorkomen mag niet meer worden uitgegeven dan het vorige jaar. De huidige interpretatie van deze voorlopige twaalfden lijkt echter op verschillende punten te zijn doorgeslaan. Zo wordt vandaag elke uitgavenverhoging gezien als beslist beleid en dus automatisch in te calculeren, terwijl besparingen niet zouden kunnen want in lopende zaken. Dit draait de logica volledig om, zeker wanneer de cijferreeksen zoals vandaag in het nadeel tikken (cfr infra).
Overwogen zou kunnen worden een sterkere invulling van het principe van de voorlopige twaalfden uit te werken. Daarbij zou beslist beleid restrictiever kunnen worden ingevuld, zou een striktere foto kunnen worden gemaakt van de mogelijk te besteden budgetten en die strikt worden geïnterpreteerd, zouden meeruitgaven bijvoorbeeld via amendementen ingediend kunnen worden waardoor de belissingsmacht duidelijker bij het parlement zou komen te liggen, en zou vereist kunnen worden dat meeruitgaven sterker worden gecompenseerd in andere domeinen.
(5) EEN OPROEP TOT HERVORMINGEN EN DUS BESPARINGEN
Velen herinneren zich de langdurig lopende zaken onder de regering Leterme. Toen tikten de cijferreeksen in het budgettaire voordeel: door elke maand federaal slechts geld uit te geven aan de snelheid van een twaalfde van de begroting van vorig jaar, was er de facto sprake van maandelijkse besparingen. Vandaag geldt helaas het tegendeel. Zonder hervormingen en besparingen zal het budget nog verder ontsporen.
Kamervoorzitter Dewael kondigde budgettaire voorzichtigheid aan. Elk voorstel met een prijskaartje zou eerst door het rekenhof nagekeken moeten worden. Een nobel initiatief, dat echter niet zal volstaan. Het parlement zal ook moeten komen met voorstellen om te hervormen en dus te besparen.
De belangrijkste ontsporing van de federale begroting bevindt zich immers in de fors oplopende uitgaven voor sociale zekerheid, en die is niet gebonden aan de begroting van voorlopige twaalfden.
Bij ‘ongewijzigd beleid’ zal het tekort in de sociale zekerheid in 2019 oplopen tot 1,5 miljard en dit terwijl het verwachte tekort slechts stond op € 17 miljoen.
Dit tekort loopt verder op tot 2,1 miljard in 2020, 4,2 miljard (2021), 4,7 miljard (2022), 5,3 miljard (2023) en 5,9 miljard (2024). Hierbij zijn een aantal dure verkiezingsbeloftes zoals een pensioen van € 1.500 voor iedereen, een extra verhoging van de sociale minima of een 32-urenweek met behoud van loon dan nog niet meegerekend.
De bijkomende stijging van het structureel tekort in de Sociale Zekerheid wordt vooral veroorzaakt door een forse stijging in de uitgaven met € 13 miljard in 2020-2024, in het bijzonder in de pensioenen (+6,7 miljard) en RIZIV-uitkeringen (+2,3 miljard), waarvan 1/3e volume-effect (meer begunstigden, waaronder +301.000 extra gepensioneerden in 2020-2024), 1/3eindexeringen en 1/3e welvaartsaanpassingen en een gemiddeld hoger uitkeringsbedrag.
Bij dit alles speelt ook de nieuwe wet op de financiering van de sociale zekerheid, waarbij de zogenaamde ‘evenwichtsdotatie’ (van € 1,4 miljard per jaar) die elk jaar vanuit de algemene (belasting)middelen wordt voorzien om de sociale zekerheid in evenwicht te brengen in principe wordt stopgezet in 2020. Pas na een evaluatie in 2019 kan deze ‘evenwichtsdotatie’ in al dan niet aangepaste vorm opnieuw worden ingevoerd.
De rest-regering Michel II heeft sinds december 2018 nagelaten de nodige budgettaire voorzichtigheid aan de dag te leggen in de sociale zekerheid. De belangrijkste oorzaak van het oplopende tekort in de Sociale Zekerheid zijn de niet-uitgevoerde hervormingen door de obstructie van de groep van 10 (in het IPA 2019-2020) en de weigering (zowel voor als na het ontslag van N-VA) om de afgesproken hervormingen uit te voeren (SWT, degressiviteit werkloosheid, responsabilisering ziekte, hervorming gelijkgestelde periodes,...), terwijl de ‘cadeaus’ van hogere uitkeringen door 100% besteding welvaartsenveloppe wel volledig worden uitgedeeld ism. de sociale partners in de Groep van 10.
Met voorlopige twaalfden verder regeren biedt vandaag dus geen gedegen oplossing. Integendeel, bij ‘ongewijzigd beleid’ loopt het tekort in de sociale zekerheid verder op. Enkel met de nodige hervormingen kunnen we het oplopende tekort in de Sociale Zekerheid en de mate waarin dit moet worden bijgepast vanuit de algemene belastingontvangsten de komende jaren binnen redelijke perken houden.
N-VA pleit daarbij voor een reeks hervormingen die vooral aansluiten op volgende vier flanken die zorgen voor een bevriezing van de overheidsuitgaven, gekoppeld aan structurele initiatieven:
- Hervormingen die de pensioen- en vergrijzingskosten beheersbaar houden;
- Hervormingen die het arbeidsmarktbeleid versterken (meer activerend arbeidsmarktbeleid, preventie, responsabilisering en reïntegratie van langdurig zieken,…);
- Hervormingen die onze concurrentiepositie verbeteren, met als doel onze positie in bestaande en nieuwe exportmarkten verder te versterken;
- Maatschappelijke hervormingen die onder andere een realistisch, strak, haalbaar migratiebeleid (aan dus lagere kost) mogelijk maken.
N-VA zal graag de partner zijn van elke partij die in het parlement een meerderheid zoekt om te hervormen en dus te besparen. Wij verzetten ons tegen een coalitie van partijen die de belastingkraan terug wagenwijd open wenst te draaien. Als deze ingesteldheid geen grondige ingang vindt, houden we ons hart vast voor de begroting 2020 in het najaar. Europese boetes dreigen.
Bij dit alles stelt zich echter de vraag in welke mate op federale niveau nog een hervormingscoalitie op de been kan worden gebracht, dan wel een belastingsregering onvermijdelijk wordt. Dit mogelijk zelfs met een regering die enkel kan steunen op een meerderheid in Wallonië, niet in Vlaanderen. Om deze discussie structureel te beslechten, is de stap naar confederalisme noodzakelijk. Enkel confederalisme kan garanderen dat de overheid efficiënter, en dus ook goedkoper kan worden georganiseerd, met respect voor de democratische keuze van de kiezer langs beide zijden van de taalgrens.
---
Sander Loones, Jan Jambon, Theo Francken en Kathleen Depoorter
N-VA parlementsleden Kamer van Volksvertegenwoordigers
Commissie financiën, 9 juli 2019