Loones, die net voor de val van de regering-Michel in 2019 voor 28 dagen minister van Defensie was, liet zich de voorbije legislatuur opmerken door zijn stevig oppositiewerk. Met Eva De Bleeker (Open Vld, Begroting) en Sarah Schlitz (Ecolo, Gelijke Kansen) bracht hij twee staatssecretarissen ten val. ‘Niet De Bleeker, maar De Croo zelf had moeten opstappen voor de puinhoop die zijn begroting is.’

Het boek van Loones en Francken heet dan ook, niet geheel origineel, ‘Puinhopen van Vivaldi’. In een dikke 200 pagina’s zetten ze naast het begrotingsbeleid ook het pensioen-, arbeidsmarkt-, energie- en migratiebeleid weg als rampzalig.

Het is de plicht van de oppositie om oppositie te voeren, maar overdrijft u niet een beetje? Vivaldi was vooral een crisisregering, die snel is gevormd om de acute covidpandemie te beheren.

Sander: “Prima, maar dan hadden ze er na twee jaar mee moeten stoppen en nieuwe verkiezingen moeten uitschrijven. Maar ze hebben doorgedaan, hoewel Vivaldi bol staat van de constructiefouten. De twee grootste partijen (N-VA en Vlaams Belang, red.) mochten niet meedoen. Geen enkele Vlaamse partij kan afzonderlijk de regering blokkeren, want daarvoor tellen ze te weinig zetels. De belangrijkste departementen zijn naar de PS gegaan en in het regeerakkoord is alles wat de PS wilde in detail uitgeschreven en wat de liberalen wilden enkel in vage principes. Alexander De Croo dacht wellicht dat met zijn talent te kunnen rechttrekken, maar dat bleek zelfoverschatting. Het kon alleen maar mislopen. De PS heeft zijn trofeeën in het begin binnengehaald en sindsdien leunt zij achterover.”

Premier De Croo laat niet na te benadrukken dat er dankzij zijn beleid jobs zijn bijgekomen en dat de economische groei hoger ligt dan in de meeste andere landen in de eurozone doordat de koopkracht beter werd beschermd. En het beste moet volgens hem nog komen.

Sander: “Als je je riedeltjes blijft herhalen, worden ze op den duur een soort van sektarische waarheid. Wat is de realiteit? Natuurlijk groeit de economie als je er miljarden inpompt, maar dat effect is tijdelijk: het Internationaal Monetair Fonds zegt nu dat de Belgische groei de komende jaren bij de zwakste van Europa zal zijn. Bovendien zitten we met een van de grootste begrotingstekorten van Europa.”

“Dat De Croo zichzelf op de borst klopt omdat de werkzaamheidsgraad is gestegen van 70 procent eind 2020 naar 72,6 procent vandaag is misschien nog het ergste. In andere Europese landen zijn er naar verhouding meer jobs bijgekomen en tegenover het Europese gemiddelde gingen we zelfs achteruit. De doelstelling van 80 procent tegen 2030 halen we nooit. Daarvoor zou het aantal banen de komende jaren dubbel zo snel moeten groeien en dat zal niet lukken, want Vivaldi heeft daar geen enkele hervorming voor doorgevoerd.”

In het boek beschuldigt u De Croo ervan dat hij in tijden van hoge tekorten een staatsbon op één jaar heeft uitgeschreven, waardoor volgende zomer een dikke 20 miljard aan staatsschuld moet worden geherfinancierd. Zo kan hij eisen dat hij in tijden van crisis als kapitein op het schip moet blijven staan. Dat klinkt haast als een complottheorie.

Sander: “Ik schreef: ‘Kwatongen zouden durven te beweren dat...’ Maar er staat ons deze zomer best wat te wachten. Normaal komt Europa in mei met zijn begrotingsrapporten, nu zal het na de verkiezingen zijn en België zal op het strafbankje belanden. We wachten nog altijd op de eerste schijf van het Europese relancefonds, naar we horen omdat de pensioenen te weinig hervormd zijn. Maar duidelijkheid over al die dingen komt er pas na de verkiezingen. En dan is er ook nog eens die staatsbon. Dat zijn veel toevalligheden samen, nee?”

Na de PS en de groenen is De Croo nu de nieuwe vijand die de N-VA altijd in campagnes zoekt.

Sander: “Op een links iemand kan je niet boos zijn wanneer hij een links beleid voert. Maar van een kopman van een liberale partij mag je toch iets anders verwachten? Zeker van iemand van zijn kaliber. Sinds 2012 is hij de enige constante in de Belgische politiek: hij was al die tijd vicepremier of premier. Hij verhult de werkelijkheid met mooie slogans. Dat hij twee kerncentrales heeft opengehouden? Dat zijn er om te beginnen twee te weinig, en tegen welke welke prijs is dat gebeurd? Hij werd gechanteerd door energieleverancier Engie, betaalt een torenhoge rekening en loopt daar luid over te roepen. Komaan, zeg. Nu verkondigt hij dat we ons na de verkiezingen geen nieuwe stilstand kunnen veroorloven. Welke culot heeft hij eigenlijk om anderen stilstand te verwijten terwijl hij zelf vier jaar niets heeft gedaan?”

Eerst spinde de N-VA dat De Croo op zoek was naar een internationale job, nu beweert u dat hij er alles aan doet om premier te blijven. De afgunst zit echt diep, blijkbaar.

Sander: “(grijnst) Komende zomer moet ook een nieuwe Europese commissaris worden aangeduid. Benieuwd wie er allemaal kandidaat zal zijn.”

“Het is bovendien De Croo geweest die in 2020 onze confederale omwenteling onmogelijk heeft gemaakt. In de formatie hadden we met de PS afgesproken dat we een crisisregering zouden vormen en de institutionele omslag zouden uitwerken. Het plan was om met een kleine ploeg twee à drie jaar te besturen. We dachten aan tien ministers, maar dan zou Open VLD er maar één krijgen. Er zijn toen veel verhaaltjes verteld, maar volgens mij is het daarop misgelopen.”

Het Belgische begrotingstekort neemt tegen het einde van de volgende legislatuur toe tot 40 miljard euro. Is dat nog recht te trekken, aangezien er op het veiligheidsapparaat nauwelijks nog rek zit en de putten vooral in de sociale zekerheid zitten? De rest zit bij de deelstaten.

Sander: “Dat klopt, maar dat is de schuld van de staatshervormingen die de traditionele partijen hebben doorgevoerd. Als je het arbeidsmarkt- en zorgbeleid in stukken en brokken regionaliseert zonder dat je de budgetten mee overhevelt, is het duidelijk dat je ooit zal vastlopen. Het goede nieuws is dat er een oplossing voor is. Breng alles naar de deelstaten. Geef bijvoorbeeld ook de werkloosheidsuitkeringen aan de regio’s, zodat zij zelf de gevolgen dragen van de keuzes die ze maken. Zolang er met Vlaanderen een derde betaler is, gaat de PS geen grote hervormingen doorvoeren. Pas als ze hun rekeningen zelf moeten betalen, zal er wat veranderen en zal de begroting wel op orde geraken.”

Moet uw verhaal over de federale rampspoed niet vooral verstoppen dat de door N-VA geleide Vlaamse Regering evenmin uit de verf komt? Het onderwijs boert achteruit en een vergunning krijgen is erg moeilijk geworden.

Sander: “Dat is inderdaad de perceptie, maar daarom nog niet de volledige realiteit. Vlaanderen is de enige regio die zijn begroting op orde heeft: we evolueren richting een evenwicht en dat is uniek voor dit land. En ja, over stikstof zijn er zware discussies gevoerd. Maar is er iemand die gelooft dat een federale regering ooit een akkoord over die materie had kunnen sluiten?”

“We zijn veel kritischer voor Vlaanderen dan voor de federale regering. Pas op, ik vind dat een goede zaak. Debat bewijst dat er nog een geloof is dat het beter kan. Het kot móét te klein zijn als het onderwijs achteruitgaat, zolang we maar niet vergeten dat ons onderwijs nog steeds van topkwaliteit is. En ja, er zijn zorgen over de vergunningen, maar je krijgt bij ons nog altijd sneller een vergunning dan in de meeste Noord-Europese landen.”

Met Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) zou het allemaal anders worden, maar dat is toch een teleurstelling gebleken?

Sander: “Jan behaalt resultaten, maar ik denk dat we hem als partij verkeerd in de markt hebben gezet. Hij was een succesvolle minister van Binnenlandse Zaken, die toen een reputatie heeft opgebouwd van krachtdadig bestuurder. Maar dat strookt eigenlijk niet met zijn karakter: Jan is een consensuszoeker die akkoorden sluit. We hadden hem zo ook moeten presenteren.”

“Tegelijk hebben de coalitiepartners niet echt geholpen. Vanaf het begin was het duidelijk dat we de landbouwers met 2,5 miljard euro zouden ondersteunen, maar toch is heel lang strijd geleverd over het stikstofakkoord. Was dat het waard? Er zijn uiteindelijk wat punten en komma’s verzet. Moesten we nu echt subsidies geven voor elektrische auto’s, iets wat Open VLD per se wilde maar wat ons veel kritiek opleverde? Ja, we hebben dat goedgekeurd, dus we hebben daarin onze verantwoordelijkheid. We hebben zelf zeker ook fouten gemaakt, maar helaas heeft het electoralisme bij de coalitiepartners de overhand genomen. Met alle gevolgen van dien.”

Het Vlaams Belang en de PVDA staan samen intussen haast op 40 procent. Mooie erfenis laten de centrumpartijen én de N-VA na.

Sander: “De mensen zijn kwaad. Ze zien dat politici er een boeltje van maken en ze zijn het beu. Ik geloof echt dat velen zelfs niet per se willen stemmen voor het Vlaams Belang, maar dat ze de andere partijen vooral pijn willen doen. Op verkiezingsdag geeft dat vijf seconden opluchting, maar na zes seconden beseffen ze dat het geen oplossing is.”

“Het Vlaams Belang belooft het land te splitsen door een soevereiniteitsverklaring af te leggen in het Vlaams Parlement. Ze willen de Franstaligen vijf jaar geven om daarop te reageren. Is er iemand die dat een valabele strategie vindt? De grote thema’s die de mensen belangrijk vinden, zitten federaal. Gaan we werk, pensioenen en veiligheid echt nog eens vijf jaar aan de Franstaligen laten, terwijl het Vlaams Belang zit af te wachten? Nog eens vijf jaar Vivaldi is dodelijk.”

Vindt u een akkoord met de PS dan zoveel realistischer?

Sander: “Ik koester niet de illusie dat we met de PS grote sociaal-economische hervormingen gaan realiseren. Maar ik denk wel dat we na de verkiezingen met een minikabinet snel de boel op orde kunnen krijgen op de grote departementen en tegelijk een communautair akkoord over het confederalisme kunnen uitwerken. We willen met de PS vastleggen wat we apart gaan doen en dat vervolgens voorleggen aan de kiezer. Dat hoeft niet te lang te duren: in twee jaar krijg je dat rond.”

“In Franstalig België zijn de geesten echt wel aan het rijpen. Het geld is op - ze vinden zelfs geen bank meer die hen garanties willen geven - dus de honger voor een nieuwe staatshervorming neemt toe. Bovendien heb ik de indruk dat ze de Vlamingen beu aan het raken zijn. Of wacht, ik zal het positief formuleren: er is een groter vertrouwen in het eigen kunnen aan het ontstaan.”

U bent ermee aan het lachen.

Sander: “Het is niet om te lachen, het is zo. Kijk naar socialisten als Thomas Dermine of Pierre-Yves Dermagne: dat zijn regionalisten die graag hun goesting zouden doen in Wallonië. Ze geloven niet in de Vlaamse aanpak van de stok, ze geven liever wortels om mensen te stimuleren. Wel: dat ze dat vooral doen, maar dan met hun eigen centen.”

“De vraag is volgens mij niet of er een nieuwe communautaire ronde komt, maar wanneer en hoe. Doen we het zelf, als verantwoordelijke bestuurders? Of komt er een Vivaldi bis, dat daartoe gedwongen zal worden. Want als het zo verdergaat, zullen straks medewerkers van internationale instellingen met een aktentas uit het vliegtuig stappen en ons vertellen wat er moet gebeuren. De mensen onderschatten echt hoe dramatisch de toestand is.”

Zelfs al zou u de PS overtuigen, dan nog zal uw confederale omslag toch niet lukken? Door het succes van het Vlaams Belang en de PVDA geraakt u nooit aan een tweederdemeerderheid om zowat alle bevoegdheden te splitsen.

Sander: “Als er in dit land een politieke wil is, wordt alles mogelijk. Politicoloog Nicolas Bouteca heeft dat mooi beschreven in zijn jongste boek (‘Only in Belgium’, red.). Je mag het vooral zo niet benoemen: zeg niet dat je extralegaal wil werken, want dan verwijten ze je dat je een staatsgreep wil doorvoeren. Maar als je het in de regering gewoon doet, dan krijg je applaus en wordt die juridische creativiteit een Belgische troef genoemd. Door de bevoegdheden aan Vlaanderen te delegeren kun je de Noordzee bijvoorbeeld zonder bijzondere meerderheid Vlaams maken. De federale minister hoeft enkel de beslissingen af te tekenen. Hetzelfde met de NMBS: laat Vlaanderen en Wallonië zeggen wat er moet gebeuren en laat de federale minister dat vervolgens aftekenen.”

Maakt u eens voor eens en altijd duidelijk of de N-VA nu met het Vlaams Belang gaat besturen.

Sander: “Om wat te doen? Federaal gaat het Vlaams Belang nooit meespelen, dus het gaat enkel over de Vlaamse Regering. Maar migratie, pensioenen en de kerncentrales zijn allemaal federale dossiers. Daarom willen we eerst en vooral in die federale regering geraken, om daar een institutionele deal rond te krijgen. En wat Vlaanderen betreft: ik zie die Vlaams Belangers voortdurend meestemmen met de communisten van de PVDA, terwijl een links economisch beleid het laatste is wat Vlaanderen nodig heeft.”

Is het nu ja of neen?

Sander: “Ik geef u hetzelfde antwoord als ik voor alle andere partijen zou doen. Het gaat over de vraag welk beleid je met een partij kunt voeren.”

Waarom is het voor de N-VA zo moeilijk om duidelijk nee te antwoorden op die vraag over het Vlaams Belang? 

Sander: “Mijn antwoord is toch duidelijk? Daarmee heb ik toch eigenlijk nee gezegd? Maar waarom moet wij in absolute termen spreken terwijl de anderen dat niet doen? Gaan de traditionele partijen opnieuw een linkse regering vormen waarin de Waalse partijen de toon zetten? Ze geven daar geen heldere ja of neen op. Integendeel, ze gaan die vraag uit de weg door te stellen dat ze zich geen maanden willen laten opsluiten in een kasteel om over een communautair akkoord te onderhandelen. Terwijl ze zelf verdorie vier jaar tijd hebben verloren.”