Met het Verdrag van Lissabon werd de bevoegdheid om handelsakkoorden te sluiten overgeheveld van de lidstaten naar de EU. Maar de akkoorden van vandaag zijn niet langer die van toen: ze gaan veel breder en kunnen ook afspraken bevatten over aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van de lidstaten en niet van de EU, zoals milieubescherming, openbare aanbestedingen en investeringsbescherming.
Rol van de lidstaten versterkt
Het advies van het Hof van Justitie heeft een belangrijke impact op het Europese handelsbeleid. “De lidstaten zullen voortaan betrokken worden bij het sluiten van handelsakkoorden die elementen bevatten die tot de bevoegdheden van de lidstaten zelf behoren. De Europese Commissie was altijd van oordeel dat zulke verdragen tot de exclusieve bevoegdheid van de EU behoorden en enkel door het Europees Parlement en de Europese ministers van Handel moesten worden goedgekeurd”, legt Loones uit.
Volwassen houding vereist
De vraag is natuurlijk of er voldoende garanties zijn dat de lidstaten en hun regio’s ook meer verantwoordelijkheidszin aan de dag zullen leggen, nu ze effectief meer inspraak krijgen. Iedereen herinnert zich nog hoe Wallonië vorig jaar als enige regio een veto stelde tegen het CETA-akkoord tussen de Europese Unie en Canada. De vrees leeft dat eenzelfde scenario zich zal herhalen, wanneer de brexithandelsverdragen in 2019 moeten worden goedgekeurd. Tienduizenden jobs, ook in Vlaanderen, zouden daardoor in het gedrang kunnen komen. Daarom pleit Vlaams minister-president Geert Bourgeois voor een transparant handelsbeleid met twee snelheden. De EU moet enerzijds aparte verdragen met louter handelsaspecten kunnen sluiten over bevoegdheden die exclusief tot de EU behoren. Aan de andere kant kunnen lid- en deelstaten beslissen toe te treden tot gemengde verdragen met gedeelde bevoegdheden, zoals investeringsbescherming.
Ook Loones beseft dat het systeem nog verder verfijnd moet worden, opdat het alle betrokkenen aanzet tot een verantwoordelijk handelsbeleid. “Wie weigert om mee te beslissen, mag de rest niet langer blokkeren en moet aan de kant gaan staan, zodat de anderen wel vooruit kunnen”, besluit hij.