Zullen Wallonië en Brussel te lijden hebben onder dit vrijhandelsakkoord? En moeten zij dus dringend protest aantekenen om een negatieve impact op hun regio’s te vermijden? De realiteit is dat Wallonië geen handelende regio is, en al zeker niet met Canada. Vlaanderen is goed voor 90 procent van alle Belgische export naar Canada; en van alles wat Canada naar België verscheept, komt uiteindelijk zelfs 98 procent in Vlaanderen terecht. Wapens uitvoeren naar Saudi-Arabië, voor honderden miljoenen, daar deinst men in Wallonië dan weer niet voor terug. Maar handel met Canada? Ho maar.
De open Vlaamse economie is de motor van de Vlaamse en Belgische welvaart. De Franstalige profileringsdrang saboteert die motor. Dat is niet alleen hovaardig, maar bovenal onverantwoord. Ze dreigt immers onze sociale welvaartsstaat aan te tasten. Opvallend is dat Open Vld en CD&V in de Brusselse regering zetelen, maar hun coalitiepartners PS en cdH hierover niet tot de orde (durven) roepen.
Afrekenen
De Europese samenwerking draait op verantwoordelijkheid. Wie die opneemt, moet worden beloond. Wie weigert, moet daarop worden afgerekend. Wanneer Oost-Europese landen bijvoorbeeld weigeren om hun eerlijke deel van de asielzoekers op te vangen en ze de last volledig doorschuiven naar West-Europa, zwaait de EU vermanend met het vingertje: “Wie geen asielsolidariteit toont, moet ook niet op onze sociaal-economische steun rekenen. Voor wat, hoort wat.”
Wie zegt dat Europa nu ook niet naar Franstalig België zal kijken, wanneer de deal met Canada effectief barst? Wie solidariteit verwacht, moet verantwoordelijkheid tonen. Anders dreigen er sancties. Wallonië moet dan ook niet verbaasd opkijken, als de EU binnenkort de vinger op de knip zou houden. Tussen 2014 en 2020 zullen meer dan een miljard Europese centen naar Zuid-België vloeien. Wie Europese steun wil blijven krijgen, bijt best niet roekeloos in de hand die hem mee voedt. Of de afrekening zou wel eens kunnen volgen.
Bevoegd, maar niet verantwoordelijk
De irrationele Waals-Brusselse beleidskeuzes blijven intussen niet onopgemerkt. In 2009 gaven de Europese lidstaten een mandaat aan de Europese Commissie om de onderhandelingen voor CETA op te starten. Op Belgisch niveau gingen alle (deelstaat)regeringen akkoord met het onderhandelingsmandaat dat België toen gaf aan de Commissie. In 2011 hebben alle lidstaten het mandaat van de Commissie opnieuw bevestigd. Maar in 2016 trekken Wallonië en Brussel hun staart plots terug in.
Laat er echter geen twijfel over bestaan: Wallonië en Brussel hebben het recht om hun veto te stellen. Ze zijn bevoegd en moeten zich dus uitspreken. We kunnen enkel hopen dat zij bij hun beslissing alle mogelijke gevolgen in rekening nemen. Want dat is wat verantwoordelijke bestuurders doen. Duidelijk zijn ook met hun burgers en hen wijzen op de impact van de gemaakte keuze. Over verlies aan internationale bestuurlijke geloofwaardigheid en het mogelijke inperken van Europese steun voor hun regio’s. Over protectionisme, isolationisme en het feit dat zo minder (goedkope) producten in Waalse rekken zullen liggen.
Intussen roepen sommige opiniemakers – vooral zij die zichzelf bij de 'grote democraten' indelen – op om de interne Belgische taakverdeling te herbekijken. Is het echt nodig dat Wallonië zich over een handelsverdrag uitspreekt? Volstaat niet de enkele Belgische handtekening? Een fout debat. Vooral ook omdat het uitgaat van een foute premisse. Onverantwoordelijkheid pak je niet aan door nog meer verantwoordelijkheid te ontnemen. Integendeel. Net door politici voor hun verantwoordelijkheid te plaatsen en hen op hun positie te beoordelen en zo nodig af te rekenen, wordt de democratie versterkt.
Vrij handelen
Dat Franstalig België zich protectionistisch opstelt, is zijn democratisch recht, maar mag niet als beleidskeuze aan alle andere Europeanen worden opgedrongen. Open economieën zoals Vlaanderen, Nederland en Denemarken willen immers dat de Europese Unie net meer handelsakkoorden sluit.
Als nog geen handvol parlementen de drang van de overgrote meerderheid naar correcte handel kunnen blokkeren, dan moeten we ook zélf kunnen ageren. Dan moeten we bekijken hoe we met onze noordelijke bondgenoten wél tot werkbare akkoorden kunnen komen, die de welvaart van onze burgers kunnen verzekeren. En dan zal de EU binnenkort vaststellen dat individuele lidstaten, buiten de exclusieve bevoegdheid van de Unie voor de gemeenschappelijke handelspolitiek om, creatief op zoek gaan naar ambitieuze vrijhandelsdeals met andere landen.
Zo zouden Wallonië en Brussel niet enkel in eigen voet schieten en Europese steunmiddelen door hun neus geboord zien. Ze zouden tegelijk de opdeling van en in de Europese Unie aanwakkeren. Wanneer we niet met zijn allen vooruit kunnen, moeten zij die wél stappen willen zetten dat effectief kunnen doen. Een beperkt aantal Europese lidstaten of regio’s die onverantwoordelijk handelen, zullen andere overheden alvast niet moeten verwijten wanneer die vrijer willen handelen.