Confederalisme zal zorgen voor ‘Griekse toestanden’. Het wordt ‘onze harde Brexit’. Brussel komt ‘onder curatele’ te staan. Ondernemingen zullen verzuipen in ‘paperassen en complexiteit’. Het is het ‘einde van de solidariteit’. Wanneer argumenten falen en de rede is uitgeput, rest nog altijd de politiek van de angst. Waarom België verdedigen als je met slogans en halve waarheden angst kan zaaien over de voor de hand liggende oplossing voor dit politiek geblokkeerde land, het confederalisme?
De realiteit is dat België onverdedigbaar wordt. Het systeem stokt, de kerncijfers zijn structureel negatief. Torenhoge belastingen, torenhoge uitgaven, torenhoge schulden. U blijft betalen maar krijgt daar een ondermaatse dienstverlening voor terug. En dan heeft u nog geluk: u woont niet in Wallonië, waar de werkloosheid piekt, de armoede blijft ontsporen en de tekorten zich opstapelen.
Wie België verdedigt, wordt niet graag herinnerd aan deze objectieve feiten. Dit land ligt op het brandpunt van een economische, sociale én maatschappelijke kloof. Kan België beter worden bestuurd? Ja. Maar het zal nooit echt goed kunnen worden bestuurd. Gedoemd tot middelmatigheid, institutioneel verlamd. Intussen loopt de achterstand op de meer Noordelijke Europese landen op.
Maar beterschap is op komst in Wallonië, zo wordt gepredikt. Het Waalse gewest formuleerde alvast de ambitie om de activiteitsgraad op te krikken met 5 procent ... al ontbreekt in hun regeerakkoord daarvoor de sociaal-economische onderbouw. De Franstalige politici willen sterker investeren… maar weigeren de lopende kosten te drukken waardoor hun schuldgraad van 69 procent naar 95,7 procent zal oplopen in 2024. Wallonië heeft de achteruitgang gestopt, horen we vaak… maar de RTBf bevestigt dat het enkel gaat om punctuele succesverhalen die niet door de globale cijfers worden bevestigd.
Hoe lang nog zal Vlaanderen zich door dit België laten afremmen? En hoe lang nog zal Wallonië de kans ontzegd worden om met eigen aangepaste beleidskeuzes te antwoorden op de eigen sociaal-economische noden? De verschillende situaties in Vlaanderen en Wallonië smeken om maatwerk. Dat confederalisme daarbij zou leiden tot meer economische fragmentatie, zoals Willem Sas bepleit (De Tijd, 18 december), is de werkelijkheid onrecht aandoen. Die fragmentatie is er vandaag al, ze is ingebakken in de Belgische structuur.
Daarbij volstaat het te wijzen op de bijzonder geringe arbeidsmobiliteit tussen Wallonië en Vlaanderen. De ene krijgt haar inwoners niet geactiveerd, de andere haar vacatures maar moeizaam ingevuld. Met confederalisme zou Wallonië haar uitkeringen zelf moeten betalen en dus sterk aangemoedigd worden iedereen te motiveren aan de slag te gaan. Zo versterken we onze economieën net.
De case voor Confederalisme
Confederalisme is geen onafhankelijkheid. België blijft bestaan en we blijven integraal lid van de Europese Unie. Elke vergelijking met de Brexit loopt dus mank. Confederalisme zal geen nieuwe grens trekken doorheen de sterk geïntegreerde Europese interne markt, noch doorheen België. Onze ondernemingen zullen kunnen genieten van eenheid in papierwerk en openheid in de economische ruimte. Ook in het confederale België blijven beide deelstaten Vlaanderen en Wallonië immers deel uitmaken van de Europese handelsmarkt waarin de binnengrenzen steeds verder worden uitgegomd. Vlaanderen zal dus vlot handel kunnen drijven met Frankrijk en met Wallonië.
Dat een confederale concurrentie de belastingopbrengsten zou doen kelderen, is voor de criticasters een ander doembeeld. Vlaanderen en Wallonië zouden elkaar bekampen met steeds lagere belastingen, een ware race to the bottom. Fiscale concurrentie houdt belastingen inderdaad lager dan anders het geval zou geweest zijn. In een land dat quasi de hoogste belastingen heeft in de wereld vind ik dat eerder positief. Meer zelfs, gezonde concurrentie houdt ons scherp en is niet de zwakte maar net de basis van de Europese welvaart.
En dan is er Brussel dat in de confederatie zogezegd ‘onder curatele’ zou worden geplaatst. Terwijl we net voorzien om Brussel als regio én hoofdstad enorm te versterken. Heel wat nieuwe bevoegdheden, materieel en fiscaal, komen haar richting uit. Samen met de verantwoordelijkheid om orde op zaken te stellen. Wij kiezen daarbij voor een eenvoudiger en efficiënter Brussel dat haar hoofdstedelijke rol waarmaakt. En natuurlijk komt het de Brusselaars zelf toe om te kiezen de link met Vlaanderen en Wallonië aan te halen, zoals zij vandaag ook doen. Zij kiezen nu al voor een Nederlandstalige of Franstalige school, ziekenhuis en zelfs ziekenfonds of vakbond.
Argument van de angst
Willem Sas schrijft dat het georganiseerde meningsverschil waarop onze democratie steunt, nooit kan werken in een sfeer waarin de ander per definitie ongelijk heeft. Laat ons de diversiteit in denken inderdaad omarmen. Net daarom is het te betreuren dat hij en vele anderen in hun betoog de overtreffende trap van het Grote Gelijk kiest, het Argument van de Angst.
Openheid van debat, zeker van het wetenschappelijke debat, zou de toevlucht naar de angst moeten ontzien. En zou de realiteit erkennen: België is het aangeboren verschil. Een dubbel-democratie die twee landen in één combineert. Biedt confederalisme de ultieme eenvoud? Elke staatsstructuur heeft zijn limieten, maar het confederale model remedieert wel aan belangrijke Belgische weeffouten. Het confederale overtreft dit federale België dat daadkrachtig en verantwoordelijk handelen blokkeert.
'Het enige wat wij te vrezen hebben, is de angst zelf', oreerde president Roosevelt in zijn inaugurale rede in 1933. Zijn positivisme mondde uit in de New Deal die Amerika uit het slop van de Grote Depressie trok. Confederalisme kan net de electroshock zijn die België nodig heeft. Een historisch akkoord tussen de grote gemeenschappen van dit land, een confederale new deal. Laat ons niet zwichten voor de angst, geen front vormen tegen verandering. Confederalisme is die verandering.